De omgeving

Welkom op Ameland, ons mooiste stukje buitenland!

Drie kwartier varen over het Wad en u bent in een andere wereld….Ameland. Niet voor niets wordt dit eiland de Waddendiamant genoemd. Rust, ruimte en frisse lucht zijn ruimschoots voorhanden. De ongedwongen sfeer en de gastvrije bewoners geven dit eiland een speciale charme.

Het wad

Het weidse Wad met zijn vergezichten, is in het dichtbevolkte Nederland nog een plaats, waar men midden in de zomer, wanneer 30.000 toeristen het eiland bevolken, nog helemaal alleen kan zijn.

Bij vloed is het een grote zee en bij eb een ingewikkeld landschap van slikken en schorren, van geulen en prielen en van zand- en slikplaten.
Deze beschutte en niet al te koude binnenzee krijgt tweemaal daags enkele kubieke kilometers Noordzeewater toegevoerd, waardoor zich in die zee een ongelooflijke rijkdom aan planten en dieren heeft ontwikkeld.

In de waddenzee leven ongeveer 30 soorten vis, waarvan voor de Nederlandse Economie verschillende soorten belangrijk zijn. Ook voor de garnalenvangst is de Waddenzee belangrijk.

Zoals al het dierenleven op de wereld, steunt het dierenleven op de Waddenzee direct of indirect op de plantenwereld.
In de meeste gevallen echter indirect, daar de meeste zeedieren en -vogels diereneters zijn.
De een leeft van de ander en aan het begin van deze voedselketen staat de plant , veelal microscopisch klein, in de vorm van kristal- of kiezelwieren.

Dit enorme voedselreservoir kan per vierkante kilometer Wad onafgebroken 600 tot 1000 vogels voeden, waarvan 75% steltlopers.
Het belang van de Waddenzee is voor de steltlopers dan ook groot, daar vrijwel zeker de aantallen niet bepaald worden door hun broedgebied, maar door de hoeveelheid voedsel in hun overwinteringsgebied.

De Wadden worden wel eens het vogelrijkste gebied van West-Europa en Noord-Afrika genoemd. Per jaar trekken door dit rustgebied zo’n 5 à 6 miljoen vogels. Het heeft een unieke betekenis voor de vogelstand in Europa en als natuurgebied kent het zijn weerga niet.

De activiteiten

Demonstratie paardenreddingsboot. De demonstraties worden gehouden op het strand ten zuid-westen van Hollum. De start is vanuit het boothuis bij het reddingsmuseum “Abraham Fock” aan de Oranjeweg 18 in Hollum. De lanceringen vinden plaats op het strand zuid/west van Hollum , einde Tjettepad.

Het strand
Het leuke van het strand is dat er altijd wel iets te doen of te zien is; of het nu op een zonnige zomerdag of tijdens een najaarsstorm is, het blijft genieten.
Lange strandwandeling, schelpen zoeken, zwemmen in de branding, zonnebaden, vliegeren en paardrijden, zomaar een greep uit de vele mogelijkheden van het strand.

Strandpaviljoens
Er zijn vier verschillende strandpaviljoens, waar u in het hoogseizoen kunt genieten van een hapje en een drankje met uitzicht op het strand en de zee.
Bij deze strandpaviljoens kunt u onder toezicht zwemmen, er zijn strandwachten aanwezig.Let u wel op de vlag, deze is rood of groen. Rood is afgaand water en dus is zwemmen niet toegestaan. Groen is opkomend water en daarom is de stroming minder sterk.

De strandpaviljoens hebben verschillende faciliteiten, er kunnen strandstoelen en windschermen gehuurd worden, er zijn douches en toiletten en het is mogelijk een strand-rolstoel te lenen.

Het strand in onderdelen
Het getij van de zee is aan het strand goed te merken. Tijdens eb zakt het water (het strand wordt breder) totdat het zijn laagste stand bereikt; het is dan laagwater.
Vervolgens wordt het vloed, het water gaat weer stijgen (het strand wordt smaller) totdat het zijn hoogste stand bereikt; het is hoogwater.
De eb en vloedbeweging duren elk iets meer dan 6 uur. Om de 6 uur wisselen hoog- en laagwater elkaar af. Het strand tussen de hoogwaterlijn en de laagwaterlijn noemen we het natte strand. Het strand boven de hoogwaterlijn noemen we het droge strand.

Vooral op het natte strand is er van alles te vinden. Op de eerste plaats natuurlijk schelpen.Simpele ‘dertien- in-een-dozijn-schelpen’ maar ook echte fossielen.
Daarnaast zijn er ook vele levende dieren te zien, zoals vogels, kreeftjes en garnalen, en de vaak wat minder populaire maar zeker zo mooie kwallen.
Jammergenoeg spoelt er ook rotzooi aan; tegenwoordig is dat meestal zwerfaval van booreilanden en schepen, maar vroeger spoelden er ook geregeld bruikbare artikelen aan uit bv. op zee vergane schepen die dan door strandjutters opgepikt werden.

Aan de hoogwaterlijn blijft alles wat aanspoelt op het strand achter. Deze lijn met aanspoelsel vormt het zomervloedmerk. Tijdens een storm wordt het aanspoelsel veel hoger het strand opgedreven. Die lijn heet het wintervloedmerk. De kleine duintjes voor de eerste rij grote duinen heten stuifduintjes of jonge duintjes. Op Ameland vindt je die alleen bij paal 5 en paal 23. De eerste grote duinenrij noemen we de zeereep.

Het strand en duin-landschap veranderd continu. Niet alleen de nooit aflatende eb-en vloed beweging laat zijn sporen na, maar ook de wind (die er overigens voor zorgt dat je prima kunt vliegeren op Ameland) draagt zijn steentje bij door kleine hoopjes zand uit te laten groeien tot hele duinen, om deze vervolgens tijdens stormen weer te bedreigen.

Strand, duinen en vogelsoorten
De Hôn is een afwisselend landschap met hoge duintoppen en laaggelegen valleien met duinmeertjes, op de oostelijke punt van het eiland.
Vanaf hoge duinen heeft u een prachtig uitzicht over de nabijgelegen kwelders, waar met hoogwater duizenden vogels rusten.

Er broeden meer dan 60 vogelsoorten en er is een rijke plantengroei gevarieerd door de grote afwisseling in het landschap. Van laag tot hoog, van zout tot zoet, van droog tot nat en van kalkarm tot kalkrijk.

Natuurgebieden
Het Oerd is een oud begroeid duingebied met enkele hoge duinen en vochtige duinvalleien. Het gebied de Hon is nog voortdurend aan verandering onderhevig, nieuwe duinen vormen zich hier en de kwelder breidt zich gestadig uit. De velduil broedt er en het lamsoor is er aan het eind van de zomer talrijk. De plant zet grote delen van het gebied in een paarse gloed. In de oostelijke oude duinen van het Oerd is de zilvermeeuw sterk vertegenwoordigd. Er is een kolonie van zo’n 3300 paren. Er zijn nog meer meeuwensoorten. De stormmeeuw, een kleiner familielid van de zilvermeeuw broedt er in enkele kolonies en ook de Britse mantelmeeuw laat zich op het Oerd zien. De omgeving is ideaal voor de blauwe en bruine kiekendief. Andere algemene broedvogels zijn eidereend, bergeend, wulp, kluut, visdief, tapuit en sprinkhaanrietzanger. Buiten het broedseizoen zijn er veel vogels die hun heil proberen te vinden op het Wad. Als ze na het zoeken van voedsel weer terug komen omdat het hoog water wordt, rusten ze op het Oerd en de Hon. Vooral in de herfst gaat het om tienduizenden vogels, waaronder scholekster, rosse grutto, wulp, tureluur en bonte strandloper.

In het voorjaar trekken duizenden rotganzen over. Zij doen Oost Ameland aan, onderweg naar hun broedgebied in het Poolgebied. Het aantal wilde zoogdiersoorten op Ameland is niet groot. De vos, wezel, hermelijn, mol en eekhoorn ontbreken er. In de herfst zijn er duizenden konijnen waar te nemen. De taak van de partikuliere natuurbeschermingsvereniging ‘It Fryske Gea’ op Oost Ameland is het beheer en onderhoud als natuurreservaat d.w.z. bewaking als broedgebied en inventarisatie van flora en fauna en onderzoek naar vegetatie en fauna-ontwikkeling. De doelstelling is het maximaal instandhouden en/of vergroten van de natuurwaarden. Spontane ontwikkeling van flora en fauna en het bevorderen van het natuurlijk verloop van de vegetatiesuccessie.